Contracteren voor software

24 augustus 2017 - Arnoud Engelfriet

Er zijn vele vormen waarin zo’n licentie kan worden gegoten. De meest gebruikte vorm is de End-User License Agreement of EULA waarin weinig meer gebeurt dan het verlenen van toestemming, het eisen van een vergoeding en het beperken van aansprakelijkheid. Verspreiding van software gebeurt meestal in de vorm van reselling.

Het juridische document dat het gebruiksrecht regelt, is de softwarelicentie, vaak uitgevoerd als de End User License Agreement of EULA: een softwarelicentie die gericht is op rechttoe-rechtaan gebruik. Wil men meer dan dat, dan wordt een algemene softwarelicentie opgesteld die maatwerktoevoegingen of uitgebreidere regelingen over bijvoorbeeld updates, trainingen of garanties bevat.

De laatste jaren is het model van software als dienst (Software as a service, SaaS) sterk in opkomst. Dit model biedt voor de leverancier vele voordelen. Zo hoeft hij niet bij elke klant rekening te houden met diens ICT-omgeving, maar kan hij wijzigingen en updates doorvoeren naar eigen wens. De kans op illegaal kopiëren van de software is nihil, aangezien de software onder zijn beheer blijft. In een SaaS-licentieovereenkomst worden de voorwaarden vastgelegd.

Software als dienst aanbieden maakt vele nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk. Zo wordt het mogelijk om af te rekenen per maand, per gebruiker, per megabyte of per transactie – of welke basis dan ook.  Omdat de leverancier de software en de dienst zelf onder zijn beheer heeft, zijn er geen problemen met misbruik of illegaal kopiëren. Wel ontstaat er nu een nieuwe afhankelijkheid: als de leverancier de dienst staakt, kan de gebruiker dan nog verder met zijn data? Is het eigenlijk wel zijn data? En welke schade kan worden geclaimd als de dienst een dag niet beschikbaar is?

Ook voor de klant zijn er voordelen: geen zware systeemeisen maar slechts een computer die een webbrowser kan draaien, inloggen vanaf elke locatie en altijd toegang tot dienst en gegevens, en niet meer betalen dan nodig is voor het daadwerkelijk gebruik. Een specifiek klantnadeel is wel de afhankelijkheid van de leverancier: diensten kunnen uitvallen, software op de eigen computer (in principe) niet.

Een licentie is een beperkt gebruiksrecht onder het auteursrecht. Daarnaast is software geen zaak. Het was lange tijd dan ook evident dat een softwarelicentie zuiver een contractuele figuur is, en bijgevolg niet overdraagbaar tenzij onder de wettelijke regels voor contractovername. Het Europese Usedsoft-arrest en het Nederlandse Beeldbrigade-arrest hebben deze visie echter ruw van tafel geveegd: softwarelicenties op standaardsoftware mogen worden doorverkocht, ongeacht wat de licentie daarover zegt. Zie ook het artikel hierover in het zomernummer van ons tijdschrift.

Het is nog niet geheel duidelijk wat dit betekent voor overige afspraken uit de licentieovereenkomst. Het lijkt erop dat de overdracht van een licentie gekwalificeerd wordt als een contractsoverdracht. Dit zou impliceren dat de verkrijger ook de andere rechten en plichten ontvangt, zoals toegang tot onderhoud of updates (uiteraard tegen betaling van de overeengekomen prijs). Het Usedsoft-arrest zwijgt hierover.

terug naar het overzicht

Met de opkomst van legal tech hoor je het steeds vaker: advocaten en juristen moeten leren programmeren. Of andersom: programmeurs worden straks betere juristen dan de klassiek geschoolde meester in de rechten. Als steeds meer juridische zaken via software worden afgehandeld, dan kun je maar beter leren hoe software werkt en hoe je daarmee juridische zaken gaat regelen.

Er zit zeker een kern van waarheid in. Software is nu al een heel belangrijk deel van onze maatschappij. Ook op juridisch gebied: veel zaken die niet mogen, mogen niet omdat de software het niet toestaat. Code as law, zoals professor Lawrence Lessig dat noemt. Zo kun je op veel sites geen foto’s kopiëren omdat die functie is uitgeschakeld. Dat is veel effectiever dan achteraf je op auteursrechten beroepen.

Slimme contracten zijn in opkomst. Softwareprogramma’s die zelfstandig contractuele afspraken uitvoeren en handhaven. Autonoom en gedecentraliseerd, vanuit de blockchain. Wanneer een klant daarom vraagt, is het handig als je als jurist daarin mee kunt gaan.

Maar is het echt nodig? Weten hoe iets werkt, is niet hetzelfde als het in detail zelf moeten doen. Wie een rechtszaak voert over een slecht gerepareerde auto, hoeft niet zelf monteur te zijn. Weten wat een carburateur is, is wel handig, maar veel méér dan dat zou niet nodig moeten zijn. Idem voor softwarezaken: weten wat een RESTful API is of waarom een unhandled exception vervelend is, is erg handig maar moet je ze dan ook zelf kunnen programmeren?

Misschien niet. Maar handig is het wel. Zelf leren programmeren is een van de beste manieren om kennis te verwerven over hoe software werkt. Het vergt creativiteit en logisch nadenken, beide toevallig skills waar een goed jurist geen tekort aan heeft. En het biedt een heel andere uitdaging dan dat papieren contract of die pleitnota, maar wat u er leert, is breder toepasbaar.

Mocht u twijfelen, dan zeg ik wel: doen. Want programmeren is gewoon léuk. En een zakelijke skill verdiepen die ook nog eens leuk is, dat vergt geen twijfel.

De term legal tech verwijst eigenlijk naar alle technologie, met name ICT-technologie, die het werk van de juridische dienstverlener raakt. De recente opkomst van big data en kunstmatige intelligentie hebben legal tech op de kaart gezet, maar de technologie is natuurlijk al ouder.

De eerste stap naar legal tech betrof het automatiseren van de randzaken rond het juridisch werk. Tijdschrijven, dossierbeheer en opmaken van documenten bijvoorbeeld. Dit leverde een forse efficiencyslag op, maar veranderde niet fundamenteel de manier van werken van de juridische professional zelf.

De tweede stap kwam al dichter in de buurt: het automatisch kunnen opzoeken van referenties en jurisprudentie. Online databases maakten het achterhalen van bronnen en het zoeken naar onderbouwingen een stuk eenvoudiger. Modelcontracten gaven inspiratie bij het schrijven van overeenkomsten. Nog steeds was het werk zelf ongeveer hetzelfde, maar wederom een forse efficiencyslag.

De derde stap in legal tech raakt het juridisch werk zelf. Het analyseren van zaken met big data bijvoorbeeld: welke strategieën zijn handig, wat weten we van deze rechter gezien eerdere uitspraken of wat hebben we bij andere klanten geleerd van deze wederpartij. Het doorspitten van dossiers op red flags of aantrekkelijke bestanden. Of het door een kunstmatige intelligentie laten analyseren van een brief van een wederpartij: zit hier iets bijzonders in, kunnen we het met standaardargumenten afdoen of hoeven we niet te reageren?

Deze derde stap maakt juristen natuurlijk nog steeds niet overbodig. Maar de focus in hun werk verschuift zo wel sterk. Dit is het verschil met de eerste stappen, die alleen efficiencyslagen gaven en geen fundamentele wijzigingen. Deze derde stap is wel fundamenteel: we gaan vertrouwen op big data analyses en kunstmatige intelligentie in plaats van alles zelf te controleren en na te vragen. Dat belooft wat!

Deel dit artikel met uw netwerk:
E-mailLinkedinFacebookTwitter

Gerelateerde artikelen

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Meer weten over ons platform?

Alles weten over de functionaliteiten van binnen JuriBlox? Wil je weten of jouw legal tech toepassing op ons platform kan worden gebouwd? Onze legal tech specialisten denken graag vrijblijvend met je mee.